maandag 30 november 2015

Auto blijft belangrijk, Uden geeft fiets prioriteit

Snelfietsroutes naar alle omliggende plaatsen, extra fietsenstallingen in het centrum en vrijliggende fietspaden richting de natuur van Bedaf en Maashorst. Dat zijn nog maar een paar van de maatregelen waarmee de gemeente in de toekomst het fietsverkeer van en naar Uden wil bevorderen. De auto blijft belangrijk maar de fiets krijgt in de toekomst prioriteit.

Dat staat in het nieuwe Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) van de gemeente Uden. Een zogeheten mobiliteitsvisie voor de periode 2015 tot en met 2030. Nadrukkelijk een document waarin de gemeente de grote lijnen uitzet op het gebied van (openbaar) vervoer, parkeren en mobiliteit. De concrete uitvoering en financiering van de plannen komt pas aan bod als de gemeenteraad zijn oordeel over het stuk heeft gegeven.

Knelpunten

In het beleidsstuk signaleert de gemeente een groot aantal knelpunten dat om een oplossing vraagt. Voor auto's zijn dat aan de noordkant de rotonde bij Ben van Dijk en aan de zuidkant de N264 (de rondweg richting Odiliapeel en Mill) en de N605 (Leeuwstraat) in Volkel.

Busstation

Wat openbaar vervoer betreft, ziet Uden het huidige busstation nog altijd als 'spin in het web'. Richting industrieterrein en vliegbasis Volkel zouden meer (buurt)bussen moeten gaan rijden.
De gemeentelijke visie is opgesteld in overleg met belanghebbenden en vertegenwoordigende clubs. Die worden straks ook betrokken bij de uitvoering.


Bron: Brabants Dagblad

vrijdag 27 november 2015

Schultz zet zelfrijdende auto op Europese agenda

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) zal de ontwikkelingen met de zelfrijdende auto in de eerste helft van 2016 op de Europese agenda zetten. De minister wil de Europese samenwerking bevorderen en zich onder meer inzetten voor de aanpassing van het Verdrag van Wenen. In dit Europese verdrag staat nu nog een passage waaruit volgt dat een bestuurder de handen aan het stuur moet hebben.

De minister heeft een bezoek aan Californië gebracht waar zij heeft gesproken met verschillende autofabrikanten en met Google over de ontwikkelingen rond zelfrijdende voertuigen. De minister heeft in de gesprekken aangegeven dat ze deze ontwikkeling waar mogelijk wil ondersteunen. Zelfrijdende voertuigen kunnen veel betekenen voor duurzame mobiliteit, verkeerveiligheid en betere doorstroming van het verkeer. De zelfrijdende auto biedt ook nieuwe mogelijkheden van vervoer van bijvoorbeeld ouderen en mensen in landelijk gebied.

De minister agendeert het onderwerp tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland in de Europese transportraad. Ze wilde in de Verenigde Staten van marktpartijen horen wat zij nodig hebben van de overheid, bijvoorbeeld nieuwe wetgeving en ook deregulering om de introductie van zelfrijdende voertuigen internationaal mogelijk te maken. In de gesprekken was er in het bijzonder aandacht voor de benodigde aanpassing van het Verdrag van Wenen, waarin nu nog staat dat de bestuurder te allen tijde de controle moet houden over zijn voertuig of dier.

Ook is er gesproken over eisen die mogelijk aan de (digitale) infrastructuur moeten worden gesteld en over de impact van de zelfrijdende auto op andere verkeersdeelnemers, bijvoorbeeld fietsen. De minister heeft aangegeven dat in Nederland een fiets wordt ontwikkeld met sensoren die waarschuwen voor naderend verkeer. De fabrikanten vonden dit interessant met het oog op interactie met kwetsbare verkeersdeelnemers. Ook onderwerpen zoals data-uitwisseling en de borging van privacy zijn aan de orde geweest.

donderdag 19 november 2015

Uber is gezwicht

Het heeft even geduurd, maar taxi-app Uber is toch gezwicht voor de druk van overheden op de dienst UberPop. Aanstaande vrijdag stopt het bedrijf in Nederland met het aanbieden van de dienst waarbij particulieren hun auto kunnen aanbieden als taxichauffeur. Dat heeft het zojuist bekend gemaakt in een persbericht.

In het bericht schrijft het bedrijf:
“Ondanks het feit dat uberPOP tot interessante inzichten heeft geleid in hoe de mobiliteit van de toekomst eruit zou kunnen zien, heeft Uber besloten met uberPOP te stoppen omdat omdat de dienst een belemmering vormt voor een constructieve dialoog over modernisering van bestaande wet- en regelgeving.”
Het gaat nog wel door met de andere diensten zoals UberLUX en Uber Black, die wel binnen de taxiwet passen.

Twee invallen gedaan

Het afgelopen jaar is Uber meerdere keren in aanvaring gekomen met de Inspectie Leefomgeving en Transport. Die inspectiedienst deed twee invallen bij het bedrijf vanwege UberPop en legde in totaal voor 450.000 euro aan dwangsommen op. Eerder verbood een rechter de dienst al, en ook loopt er een onderzoek van het Openbaar Ministerie naar Uber vanwege UberPop.

Toch bleef Uber doorgaan. De afgelopen tijd was UberPop weliswaar alleen nog beschikbaar voor een selecte groep vaste gebruikers, maar ook dat mocht niet van de ILT.
Experimenteren met vernieuwde taxidiensten

De Tweede Kamer besloot eerder dit jaar dat er meer moet worden geëxperimenteerd met vernieuwende taxidiensten, ook komen er volgend jaar nieuwe taxiregels. Het besluit heeft ermee te maken dat Uber onderdeel wil uitmaken van de officieel goedgekeurde experimenten op de taximarkt. Een woordvoerder zegt:
“Uber wil met deze stap een constructieve dialoog met de politiek weer op gang te brengen.”
Volgens hem heeft het vorderende strafonderzoek van het OM niets te maken met de beslissing. “Nee, dit gaat echt over het overleg met de overheid. We merkten dat de discussie de laatste tijd alleen nog maar over UberPop ging, terwijl wij veel meer diensten aanbieden. Dan komt er een moment dat je besluit dat het slimmer is om te stoppen.”

Bron: NRC

maandag 16 november 2015

Programma Beter Benutten: 47.000 spitsmijdingen per dag

Het eerste pakket aan maatregelen voor een betere benutting van de bestaande infrastructuur in twaalf regio’s heeft zijn vruchten afgeworpen. Rijk, regio en het bedrijfsleven hebben er met slimme maatregelen op de weg en in het openbaar vervoer voor gezorgd dat er op specifieke trajecten in de drukste gebieden van het land een rem op de omvang van de files is gezet. Sinds 2011 zijn er 47.000 spitsmijdingen per dag.


Dat staat in de brief die minister Schultz van Haegen en staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu vandaag aan de Tweede Kamer hebben gestuurd over de afspraken met de regio’s over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).

Minder spitsdrukte

Minister Schultz is in 2011 gestart met het programma Beter Benutten. Met twaalf regio’s en het bedrijfsleven heeft ze in totaal 354 maatregelen genomen om de drukte tijdens de spits op de weg en in het openbaar vervoer te verlichten. De Beter Benutten maatregelen zorgen op drukke corridors voor 19 procent minder vertraging ten opzichte van een situatie zonder Beter Benutten. Inmiddels werken ruim 2.100 werkgevers en circa 176.000 werknemers actief mee. De genomen maatregelen zijn goed voor de bereikbaarheid van de betrokken regio’s en de doorstroming van het verkeer. De maatregelen uit Beter Benutten programma leiden daarmee op jaarbasis gezamenlijk ook tot een CO2- reductie van ruim 70.000 ton en een afname aan stikstofuitstoot (NOx) van 150 ton per jaar.

Wegen

Tot 2028 wordt er ruim 20 miljard euro in wegen geïnvesteerd. Tijdens de bestuurlijke overleggen over het MIRT heeft de minister met betrokken regio’s afspraken gemaakt voor de aanleg van de verlengde A15 in Gelderland, de verbreding van de A67 en de A58 in Brabant en het vergroten van de capaciteit van de A15 tussen Papendrecht en Sliedrecht. Met de Metropoolregio Amsterdam heeft het Rijk afspraken gemaakt voor de transformatie van Amsterdam Sloterdijk. In het huidige kantorengebied kunnen 10.000 extra woningen worden gebouwd, waardoor het interessanter wordt om er te wonen en te werken.

Spoor

In de periode 2015 tot en met 2028 investeert staatssecretaris Dijksma bijna 11,1 miljard euro in spoor. Daarnaast heeft het ministerie miljarden uitgetrokken voor beheer en onderhoud van het spoor. Voor extra spoorprojecten is - ondanks beperkte financiële ruimte - tot 2028 167 miljoen euro beschikbaar. Zo trekt het ministerie 75 miljoen euro uit om de betrouwbaarheid op de grote spoorknooppunten aan te pakken en in 2018 meer treinen te laten rijden tussen Amsterdam, Utrecht en Eindhoven. Verder is onder meer 30 miljoen euro voor de verbetering van het goederenvervoer over het spoor naar de Greenport Venlo uitgetrokken. Ook worden volgend jaar onderzoeken gestart om de bereikbaarheid van Schiphol, Rotterdam/Schiedam en Utrecht met het openbaar vervoer te verbeteren. Het ministerie trekt voor deze onderzoeken 1,4 miljoen euro uit. In Noord Nederland en Oost Nederland zijn afspraken gemaakt om de mogelijkheden van het vergroenen van enkele regionale spoorlijnen nader te onderzoeken.

Water

In Oost-Nederland worden twee MIRT-verkenningen gestart naar de hoogwatergeul bij Varik-Heesselt en het Rivierklimaatpark IJsselpoort. De provincie Gelderland reserveert 40 miljoen euro voor beide projecten, het ministerie maximaal 96 miljoen euro. De stichting Natuurmonumenten heeft 6 miljoen euro beschikbaar voor natuurontwikkeling in Rivierklimaatpark IJsselpoort.

In Noord-Nederland starten Rijk en regio een MIRT-onderzoek naar het initiatief ‘Holwerd aan Zee’. Bewoners willen de relatie van Holwerd met de zee te herstellen. Op die manier zou de economie in Noordoost-Friesland een impuls kunnen krijgen en de bevolkingsdaling worden beperkt.

In Dordrecht start een MIRT-onderzoek om te kijken hoe de stad droge voeten kan houden door niet alleen dijken te versterken, maar ook 'slimme combinaties' toe te passen in de ruimtelijke ordening en de evacuatieplannen op orde te hebben. Samen met het Havenbedrijf Rotterdam gaat het Rijk daarnaast onderzoek doen naar nut en noodzaak van het verdiepen van de Nieuwe Waterweg.
Meer informatie: Resultatenkrant november 2015

vrijdag 13 november 2015

Amstelveners op de fiets

Amstelveners op de fiets leggen per rit gemiddeld 4,3 kilometer af. Dat blijkt althans uit de via de Fiets Telweek (14 tot 20 september) verkregen gegevens. In totaal deden daar in het land 56.000 fietsers aan mee. Begin 2016 komen alle fietsdata beschikbaar via www.fietstelweek.nl.

Uit de eerste resultaten blijkt dat, na Amsterdam, Amstelveen in de regio Amsterdam goed was voor het meeste aantal kilometers. De gemiddelde snelheid van de Amstelveense fietsers komt overeen met die van alle fietsers in de provincie Noord-Holland.

In de provincie deed 1 op de 352 inwoners mee met de Fiets Telweek. Gemiddeld komen zij 0,39 verkeerslichten tegen per kilometer. Amsterdam kende van de grote steden het grootste aantal deelnemers: 3740 inwoners. Gemiddeld werd per rit een afstand van 3,5 kilometer afgelegd. Tien procent van alle gemeten fietsritten startte in Amsterdam. Wel werd langzamer gefietst dan in andere grote steden: gemiddeld 14,9 kilometer per uur.

Volgens wethouder van Verkeer Jeroen Brandes biedt het onderzoek informatie om samen met de Stadsregio Amsterdam te te bekijken waar verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. “Bijvoorbeeld bij oversteekplaatsen waar fietsers lang voor rood licht moeten wachten,” zegt hij.

Ruim 50.000 deelnemers aan de telweek installeerden de speciale onderzoeksapp ‘App de Fiets’. De Fiets Telweek kwam tot stand dankzij samenwerking van diverse partijen: De provincies Groningen, Gelderland, Overijssel, Noord-Brabant, Utrecht, Limburg, Stadsregio Groningen Assen, Maastricht Bereikbaar, Stadsregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Daarnaast werken ook de Fietsersbond, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Bredase Hogeschool voor Verkeer (NHTV) mee aan de ontwikkeling en verwerking van het onderzoek.

De onderzoeksresultaten worden gebruikt om het fietsklimaat in Nederland te verbeteren. De intentie is om de Fiets Telweek jaarlijks te herhalen.

Copyright: Johan Bos

vrijdag 6 november 2015

Brabanders fietsen relatief lange afstanden

In september startte het grootste Nederlands fietsonderzoek ooit. Een week lang werden fietsbewegingen van 55.000 fietsers in kaart gebracht en geanalyseerd om zo inzicht te krijgen in het fietsgedrag van Nederlanders en uiteindelijk het fietsnetwerk te verbeteren. Het onderzoek brengt in kaart hoe mensen van A naar B rijden, met welke snelheid en op welke tijdstippen.

In Brabant deden 5.623 mensen mee, die in een week samen ruim 125.000 kilometer fietsten. Opvallend is dat in Brabant relatief lange afstanden worden gefietst, gemiddeld 4,2 km per rit. Alleen in Limburg en Drenthe worden langere afstanden gefietst.


De provincie verzamelt via het fietsstimuleringsproject B-Riders al langer fietsdata die een beeld geven van de fietsbewegingen in Brabant. Deze data worden geanalyseerd met een digitale tool (BikePRINT) die met steun van de provincie is ontwikkeld door de NHTV in Breda. Door de Fiets Telweek zijn nu veel meer data beschikbaar, waardoor er meer en betere analyses gemaakt kunnen worden. Eén concrete uitwerking is bijvoorbeeld de fietspotentiescan; hiermee is makkelijk en snel te voorspellen hoeveel extra fietsers een nieuw aan te leggen fietsroute kan trekken. De fietspotentiescan is ook gebruikt om een netwerk van snelfietsroutes op te zetten en te bepalen welke trajecten prioriteit moeten krijgen.

De komende maanden voert de provincie een verdere analyse uit van de verzamelde data tijdens de Fiets Telweek. De resultaten hiervan zijn begin 2016 te vinden op www.fietstelweek.nl. De intentie is om de Fiets Telweek jaarlijks te herhalen. Belangrijk, want hoe meer data, hoe beter keuzes kunnen worden gemaakt in het fietsbeleid.