woensdag 15 april 2015

Nederlanders amper bekend met nieuwe automobiliteit

Nederlanders zijn amper bekend met nieuwe vormen van automobiliteit, zoals autodelen, autoreisdelen, zakelijke deelauto's, private leasing of een mobiliteitsbudget. Dit blijkt uit een grootschalig uitgevoerd onderzoek van GfK onder ruim 55.000 Nederlanders.

De onbekendheid met de nieuwe vormen van automobiliteit is een belangrijke oorzaak voor het beperkte gebruik en de nog lage instapbereidheid. Ruim 60 procent heeft niet eerder gehoord van het fenomeen autoreisdelen of zakelijke deelauto. Private lease daarentegen is al redelijk bekend; 74 procent heeft er tenminste van gehoord en 48 procent weet globaal wat het inhoudt. Ook autodelen of car sharing is al redelijk ingeburgerd; (bijna 60 procent van gehoord en 35 procent is globaal bekend met de spelregels. Dit blijkt uit een grootschalig uitgevoerd onderzoek van GfK over (Auto)Mobiliteits-concepten onder ruim 55.000 Nederlanders van 18 jaar en ouder.

De intentie om de komende jaren zeker of waarschijnlijk gebruik te gaan maken van nieuwe mobiliteitsconcepten is nog gering. De gebruiksintentie varieert van circa 1,5 procent van 'deelconcepten' zoals autodelen, autoreisdelen of de zakelijke deelauto tot 2,4 procent gebruiksintentie voor private lease, circa 3,5 procent voor het bestellen van taxi's via een app en 4,6 procent die de komende jaren zeker of waarschijnlijk gebruik denkt te gaan maken van een zakelijk mobiliteitsbudget via de werkgever.

Geen gebruik

Relatief veel Nederlanders zeggen de komende jaren misschien gebruik te gaan maken van de genoemde vormen van nieuwe automobiliteit. 13 procent denkt de komende jaren misschien wel een nieuwe taxidienst via een app op te roepen, 11 procent denkt misschien de volgende auto via een private leaseconstructie te rijden en zo'n 7 procent zou de komende jaren misschien wel gebruik gaan maken van een deelauto of het delen van autoritten.

Vooralsnog geeft een overgrote meerderheid van de Nederlanders, variërend van zo'n 85 procent tot 95 procent voor de verschillende concepten, aan de komende jaren zeker of waarschijnlijk geen gebruik te zullen gaan maken van de onderzochte nieuwe mobiliteitsconcepten.

© Fred Kramer

woensdag 8 april 2015

Jongeren bezorgd over Mobiliteit

Jongeren zijn bezorgd over de toekomst van mobiliteit. Vooral de impact op het milieu en de schommelende brandstofprijzen worden bij zowel Nederlandse als Belgische jongeren als problemen voor de toekomst aangeduid.

Een en ander blijkt uit een onderzoek van Goodyear onder 1.511 Nederlandse en 1.576 Belgische chauffeurs. Opvallend is dat er niet uitsluitend met de vinger wordt gewezen naar de overheid om mobiliteitsproblemen op te lossen. Zowel Nederlanders als Belgen vinden dat er zelf ook verantwoordelijkheid mag worden genomen, door bijvoorbeeld het openbaar vervoer te nemen om fileleed te verlichten. Directe kosten, zoals verhoogde belastingen, zijn niet bepaald populair bij de Nederlanders (67 procent) noch bij de Belgen (56 procent).

Vooral een verbetering van de prijs-kwaliteitverhouding bij het openbaar vervoer zou meer mensen aanzetten om de auto op te geven. Bestuurders uit beide landen vinden dat het gebruik van alternatieve vervoersmiddelen zoals trein, tram, bus en (elektrische) fiets met een vijfde tot bijna een derde zal toenemen in de toekomst. Toch denkt de overgrote meerderheid dat ze in de nabije toekomst nog steeds een auto zullen bezitten, terwijl een kwart van de Nederlandse autobezitters zichzelf van vervoerswijze ziet veranderen, tegenover slechts 15 procent van de Belgische.

Uit het onderzoek blijkt ook dat er duidelijke verbanden zijn tussen de bezorgdheid over het toenemende verkeer en de impact hiervan op het milieu. Innovatie is dan ook van groot belang: bijna tweederde van de ondervraagde Nederlanders en Belgen is van mening dat tegen 2030 elektrische auto’s geïntegreerd zullen worden in het stadslandschap. Slimmere auto’s en verkeersborden zullen ook helpen om sneller en efficiënter van A naar B te kunnen reizen.

zondag 5 april 2015

Rechter vindt bijvullen parkeerautomaat niet in orde

Een Amsterdammer die de gemeente te slim af dacht te zijn door in een 10-cent-parkeergebied drie uur achter elkaar een 10-centskaartje te kopen, heeft terecht een parkeerboete ontvangen. Dat oordeelde de rechter vorige week in een rechtszaak die de parkeerder tegen de gemeente had aangespannen.

De Amsterdammer parkeerde zijn auto in de Van Woustraat waar maximaal één uur tegen het tarief van tien cent geparkeerd mag worden. De parkeerder had daarop drie uur achter elkaar een kaartje van tien cent gekocht, maar ontving toch een parkeerboete voor het langer dan één uur parkeren in het gebied.

Volgens de rechter kan na afloop van het eerste uur de parkeerduur niet worden verlengd door een tweede keer tien cent te betalen als er maar één keer geparkeerd is. Dat is namelijk in strijd met de parkeerduurbeperking van de gemeente.