donderdag 18 december 2014

B-riders fietsten 5,5 miljoen kilometer

Een jaar lang namen B-Riders de fiets in plaats van de auto naar het werk. Met een e-bike bonus en/of een online coach wisten 2.300 B-Riders samen 5,5 miljoen kilometer bij elkaar te fietsen. Dat scheelt files én je komt fit op je werk aan. Nieuwsgierig naar de resultaten? Bekijk het filmje.



Als B-Rider stap je af en toe uit de auto om de fiets te nemen naar je werk. Voor een tintelend frisse start van de dag. Om je lekker gezond en fit te voelen. Of om de werkdag al fietsend van je af te laten glijden en ontspannen thuis te komen. Fietsen naar het werk geeft een kick.

De resultaten van het B-riders-project:

Door de informatie uit de B-ridersapp ziet de provincie precies welke routes favoriet zijn en waar fietsers vertraging oplopen. Deze informatie kan goed gebruikt worden om de doorstroming van het verkeer te verbeteren.
  • Tussen huis en werk fietst de B-rider gemiddeld 12,7 kilometer. Een B-rider breekt het record met gemiddeld 48 kilometer enkele reis. Bovendien fietsen B-riders flink door. Gemiddeld 20 kilometer per uur.
  • Alles bij elkaar fietsten B-riders in 2014 zo’n 5,5 miljoen kilometer. Dit komt neer op gemiddeld 23000 kilometer per dag.
  • De meeste B-riders werken in de stad en vrijwel iedereen rijdt tijdens de spits.
  • Deelnemers die een beloning ontvangen en gecoached worden, fietsen méér dan alleen de deelnemers met een beloning. 
  • In totaal zijn er nu 2300 B-riders met nog 600 kandidaten die hopen op een volgende ronde.
Op 31 december 2014 eindigt B-Riders. In 2015 krijgt B-Riders een vervolg, in een andere opzet, maar met hetzelfde doel: gedragsverandering onder mobilisten.

Beter Benutten

Met het B-Riders project moedigen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de provincie mensen aan vaker te fietsen naar het werk om zo de files te verminderen. B-Riders maakt onderdeel uit van het Rijksprogramma Beter Benutten. Dit programma richt zich op slimmer gebruik van de bestaande infrastructuur: slim en vlot van deur tot deur. Zie www.beterbenutten.nl/brabant

Bron: Provincie Noord-Brabant

maandag 15 december 2014

Niks veranderd in de Ruimtelijke Ordening

Een rapport van bijna 250 pagina's rolde onlangs van de digitale drukpers. Het planbureau voor de leefomgeving publiceerde in oktober onder het motto "kiezen én delen" hun strategieën voor de afstemming tussen verstedelijking en infrastructuur. In al die eeuwen sinds de uitvinding van het wiel, of wellicht sinds de uitvinding van het vaartuig, is er bitter weinig veranderd.

De belangrijkste constatering (en dan beperk ik me tot de samenvatting van het rapport) is dat het fout gaat als we niet ingrijpen.
Ik sta er van te kijken dat een strategie welgeteld 236 pagina's moet tellen. Dat terwijl ik geleerd heb dat je een strategie eigenlijk op één A4-tje moet kunnen weergeven.

Een belangrijke bevinding is dat we moeten kiezen voor knooppunten waar activiteiten geconcentreerd plaats vinden. Dat zal schaarste elders opleveren. Knooppunten van vervoer wel te verstaan. Zo'n beetje zoals de hanzesteden zijn ontstaan, handel vond plaats op knooppunten van vervoer, waar vaarwegen en modderpaden samenkwamen. Dat dus alleen dan honderden jaren later. Stedenbouwkundig gezien is dit een waarheid als een koe. Niet elk knooppunt kan knooppunt zijn of knooppunt blijven, ook dat is een belangrijke constatering. De term "knooppuntkannibalisme" wordt hierbij geïntroduceerd. We moeten beleid ontwikkelen dat voorkomt dat knooppunten teveel met elkaar concurreren. Van overheidswege moet daarom op een verantwoorde wijze met het te verdelen geld worden omgegaan.

Wat me vooral tegenvalt van het vuistdikke rapport, is dat het vertrekpunt van mobiliteit nog steeds is wat het al jarenlang is: de heilige drie-eenheid van OV, auto en fiets, waarbij de auto het duivelse instrument is dat vervuilt en ruimte inneemt. De hele transitie naar nieuwe mobiliteit, de kansen voor kleine elektrische voertuigen, van elektrische fiets tot minicar kom ik in het rapport niet tegen en dat vind ik jammer.

Ik raak er steeds meer van overtuigd dat we organisch en incrementeel met over onze ruimtelijke toekomst moeten gaan nadenken. Allerlei ontwikkelingen gaan razendsnel. De ruimtelijke ordening is een stenen vertaling van de wensen van de samenleving. De samenleving verandert snel en permanent, laten we niet proberen om deze voor de komende dertig jaar vast te leggen, vijftien jaar is meer dan genoeg. Lean, scrum, agile in de ruimtelijke ordening, dat hebben we nodig. Dat is moeilijk want we bouwen vaak voor tientallen jaren en ook infrastructuur moet het langer dan enkele jaren volhouden. Dat wordt volgens mij de uitdaging: hoe blijven we met onze ruimtelijke ordening in de pas met de steeds veranderende samenleving?